Nederland-België

 

Gisteren in De Brakke Grond een literaire interland Nederland-België. Vier Nederlandse en vier Vlaamse jonge schrijvers schreven al dan niet ernstig opgevatte brieven aan elkaar, waarna de presentator in gesprek ging met de vier gemengde duo’s. Onderwerp was de kloof/het verbond (schrappen wat niet past) tussen de ‘Vlaamse’ en de ‘Nederlandse’ literatuur.

Wat de schrijvers betrof, bleek het met die kloof reuze mee te vallen. Hoewel deze generatie aan zuidelijke zijde opgroeit onder Vlaams-nationalistische wimpel, blijkt dat niet echt effect te hebben. Integendeel. Het zorgt eerder voor een tegenreactie, met name het slopen van scheidingslijnen en het over het muurtje kijken i.p.v. het opsluiten binnen de eigen, steeds kleinere (ik zou bijna zeggen ‘steeds meer ironische’) grenzen. De term ‘wederzijdse verrijking’ viel dan ook meermaals.

Dat laatste is, evenals de ‘Nederlandstalige literatuur’, natuurlijk een mooie formulering voor wat de snuggere schrijvers en marketingstrategen allang weten: het is interessanter om een boek uit te geven dat 22 miljoen mensen kunnen kopen (en, als het echt moet, ook lezen) i.p.v. slechts (1)6 miljoen. Hooggestemd idealisme en cynische verkoopsmechanismen gaan wel degelijk soms hand in hand.

De zogenaamde ‘Grote Kloof’ werd dan ook algauw geherinterpreteerd, zodat de rest van de middag voornamelijk ging over kloven, wintertenen en probate middeltjes tegen het verkleumen achter de laptop tijdens de wintermaanden. Want iedereen weet dat dit het essentiële raakpunt van de Vlaamse en Nederlandse literatuur is: koude en regen.

In de Oorshop

De kunst der agressie

De Belgische kunstenaar Jan Fabre is tijdens zijn wekelijks uurtje joggen in elkaar geslagen. Het ging daarbij niet om het steeds populairder wordende happy slapping (het voor de lol in elkaar timmeren van willekeurige personen) waar nu toevallig een bekend persoon het slachtoffer van was. Nee, het zootje ongeregeld, dat bestond uit ‘zowel Belgen als allochtonen’ (zij aan zij als het om knokpartijen tegen kunstenaars gaat) had de actie goed voorbereid en stond de plaatselijke kunstpaus op te wachten met knuppels. Wie mooi wil zijn, moet lijden, meenden ze. En wie iets moois maakt, nog meer.

Concrete aanleiding was een filmpje waarin Fabre enkele katten de lucht in gooit en men kan zien hoe twee van de beestjes slecht neerkwamen (doch uiteindelijk ongedeerd bleven). Het kwaad was echter geschied, de kunstenaar werd meteen tot nationale dierenbeul uitgeroepen, kreeg een slordige 20 000 haatmails, bovenop de 10 000 oproepen om zijn subsidie af te nemen, en dus ook, als toetje, een fysieke schrobbering.

De knokploeg bestond duidelijk uit eminente kunstkenners, want volgens de niet vies van een biertje zijnde Fabre viseerden ze met hun knuppels zijn nieren. Doordacht werk dus. En eindelijk is duidelijk gemaakt dat al die subsidie slurpende kunstenaars het belastinggeld alleen maar gebruiken om weerloze dieren te mishandelen. Het werd tijd dat er op die als ‘cultuur’ verpakte decadentie geantwoord werd met de vuisten. Een pak slaag hebben die artiesten nodig, dat maakt de wereld veel eenvoudiger. Iedereen weet immers dat agressie de enige echte vorm van kunst is.

Desalniettemin sla ik mijn jaarlijks uurtje joggen alvast over, je weet nooit of je misschien een onschuldige mier vertrapt.

Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Hoofdpijn

Onlangs een boekpresentatie van een collega. Spontaan medelijden, want het is geen feest als schrijver, het is alleen maar:

– zenuwachtig zijn

– nog zenuwachtiger worden

– zien dat de angstvallig voor je ouders verborgen vrienden met het alcoholprobleem ondanks de kater meteen de weg naar je ouders vinden

– zien dat je uitgever met het alcoholprobleem eveneens de weg naar je ouders vindt

– tig keer de microfoon uitproberen totdat hij het na de tiende test niet meer doet

– je stem schor moeten schreeuwen omdat de microfoon het niet doet

– ter plekke tientallen opdrachten moeten verzinnen en vervolgens de teleurgestelde blik verdragen van mensen die hun gesigneerde exemplaar inkijken met een blik: is het dit maar?

– je exen elkaar te lijf zien gaan, maar dan niet zoals het in je natte dromen gebeurt

– opmerken dat je nog minder vrienden hebt dan gedacht

– vaststellen dat die paar vrienden niet aanwezig zijn

– dronken naar huis gaan nadat je tegen je ouders hebt gezegd: schrijven is een eenzaam beroep

– eenzaam in je bed kruipen en weten: schrijven is een dronken beroep

 

Nee, boekpresentaties zijn niet leuk. Het zijn gevaarlijke sociale experimenten waar je hoofdpijn van krijgt.

 

Avatars

Twee Nederlandse seksuologen pleiten voor virtuele kinderporno. Beide heren, die in hun behandelkamer praktijkervaring met pedofielen hebben, menen dat dit tot een daling van het kindermisbruik zal leiden. Zo kunnen de patiënten immers hun seksuele gevoelens reguleren.

Het doet me denken aan mijn oma die onlangs zei: ‘Altijd maar dat gedoe over kinderporno. Wat is nou het probleem als die mensen achter hun computer naar die dingen willen kijken?’ Waarop een snugger en qua leeftijd maar net boven de doelgroep uitstijgend nichtje repliceerde: ‘Maar oma, daarvoor moet die kinderporno wel eerst gemaakt worden. Met echte kinderen.’ Dat antwoord trof duidelijk doel en ontlokte oma een zuinig ‘O ja, dat is ook waar.’

Maar nu dus de oplossing voor het dilemma: virtuele kinderporno. De vraag blijft natuurlijk wat we in hemelsnaam onder dat ‘virtuele’ moeten verstaan. Porno met schattige kinderrobots, die een boertje laten als je je vinger iets te diep in hun digitale anus steekt? Te verkrijgen met schattige kleertjes, verstelbare gezichtsuitdrukking en drie pruiken gratis? Of toch maar een soort van stoute Disney-versies, animatiefilmpjes met heel realistisch getekende of per computer gemodelleerde kindpornosterretjes? Avatars, maar dan lekker fout. Dan kunnen we die ook liken, een rating geven en stemmen op het meest populaire filmpje. Het wordt stilaan tijd voor een app, toch?

En als u denkt dat ik het in het belachelijke trek, dat doen de heren zelf wel, o.m. door te verklaren: ‘Het moet wel op een cleane manier gemaakt worden en van een soort keurmerk voorzien zijn.’ Nee, het is niets voor amateurs, de kinderporno is zonder meer het koninginnenstuk van de seksindustrie. In de keurcommissie mogen dan ook alleen zeer ervaren pedofielen zitten, de werkelijk harde jongens, type Robert M., die toch enige adelbrieven kan voorleggen. Erkend door de Meester (nu weten we meteen waar die ‘M.’ voor staat) lijkt me een ideale slogan.

Bestelling van al dat lekkers kan bij uw plaatselijke seksuoloog, die er dan uiteraard een percentje aan overhoudt. Voor wat, hoort wat, iedereen heeft kinderen te voeden. Zeker nu die voor hun bijbaantje in de porno-industrie weggeconcurreerd worden door hun avatars.

48 hours

Een hoogbejaard stel bracht 48 uur door op een vastgelopen motorboot in het Gooimeer. Geen voedsel, geen water, geen verwarming, niks. Alleen elkaar. Het zou het scenario voor een toneelstuk kunnen zijn, maar dat is het niet. Een 82-jarige man en 75-jarige vrouw overkwam het echt.

Waar zouden ze het in die twee etmalen over gehad hebben? Hoe lang heeft het geduurd voor het gesprek niet meer over praktische zaken – lees: hoe raken we in godsnaam van deze klereboot weg – maar over andere zaken. De kinderen, het huis, de buren, de onderhuidse huwelijksproblemen, de herinneringen, de roestende liefde.

Na hoeveel uren sluipt voor het eerst de gedachte aan de dood binnen? Aan de dood als realistisch einde van het motorboottochtje. Voelt die gedachte dan nog even vertrouwd als in de huiskamer, waar elke gepensioneerde wel eens op die gedachte kauwt?

Hebben de twee oudjes de balans opgemaakt van hun leven? Hoe voelt het om dat met z’n tweeën te doen in plaats van alleen? Hoeveel invloed heeft dat op de eindconclusie? En kan die balans nog verstoord worden als de andere vóór jou overlijdt? Of erger nog, wanneer de andere sterft en jij twee uur later gered wordt door een boot of vliegtuig die met haken in de vorm van vraagtekens je letterlijk uit het slijk halen. Glimlach je dan?

Ach ja, een gek kan meer vragen stellen etc. Een ding is in ieder geval duidelijk: hier is een nieuw televisieconcept in de maak. Dat die twee oudjes maar gauw een patent nemen.

No no Silvio

La bella Italia, land van pasta, Vespa en bunga bunga. Of dat was het toch. Nu kreunt het onder financiële, economische, seksuele en andere crises. Een saaie technocraat aan het roer gaat die boel ook niet gauw verhelpen, zodat de flamboyante Italianen in het diepst van hun gedachten – die meestal maffiosogewijs samenspannen met hun libido – stiekem al terugverlangden naar hun vorige premier, de man met de melodieuze naam Silvio Berlusconi. (Zeg nou zelf: als u kon kiezen tussen een Italiaans snoepje met de naam ‘Monti’ of ‘Berlusconi’, is het toch wel duidelijk wat u neemt?)

Helaas, Silvio had er geen zin in, hij stelt zich definitief geen kandidaat meer bij de volgende verkiezingen. Geen laatste ritje dus voor Il Cavaliere – bijnaam die met de jaren steeds meerduidiger werd. Italië en Europa blijven dus verstoken van extra schandalen, politiek incorrecte grapjes en seksuele escapades waar elke regeringsleider van droomt.

Erger nog is het natuurlijk voor de Italiaanse bevolking. De man die de prostitutiesector de ene na de andere boost gaf, bewees dat bejaard worden niet per se saai hoefde te zijn, en op de koop toe aan de lopende band werkgelegenheid creëerde voor kappers, plastische chirurgen en niet meer in Hollywoodfilms aan de bak komende maffiosi, is verleden tijd. Een mens zou van minder depressief worden.

De financiële markten denken daar hetzelfde over, nu men hen te lijf gaat met competente leiders. Frau Merkels gezicht wordt er ook niet vrolijker op, en ook Mario Monti, Herman Van Rompuy en andere bekwame jongens lijken last te hebben van zeer plaatselijke zure regen. Competentie? Bingo bingo, dachten ze, terwijl hun gedachten dag na dag verder zinken in bunga bunga.

Meer blogs

  • Afbeelding bij Zomerverlies

    Zomerverlies

    Alle ramen stonden open en toch was het warm in mijn keuken. Ik sneed knoflook in dikke plakken en liet die bruinen in de lekkerste olijfolie, hakte een paar rijpe vleestomaten en voegde die toe, dopte hulkgroene erwtjes. Als ik buiten de deur ga eten maak ik voor vertrek iets voor de thuisblijvers; je bent...
    Lees verder
  • Afbeelding bij De bekende weg

    De bekende weg

    Het Zeeuwse dijkhuisje van B’s tante is al een jaar of twintig in mijn leven. Het is er stil, er is veel licht en de zee voelt heel dichtbij, maar rond de dijk is geen toerisme. Het enige wat er verandert is de tuin: er zijn meer rozen dan voorheen. De wilg is groter, en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Zo alleen… Zo alleen 

    Zo alleen… Zo alleen 

    (beeld: Don Duyns) Uit de hengstebron gedronken hebben.   Ik schrijf over gegeven paarden en ogen van naalden.  Over brood op de keukenplank muizen die op tafel dansen en   klokjes die tikken.  Had het meisje geantwoord.  Hij had haar rode kapje gevolgd en zijn besluit genomen.  Ik ben een poëet, had ze piepend gezegd.  Aan de...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Nicole Montagne
    Nicole Montagne

    Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

  • Foto van Lodewijk Verduin
    Lodewijk Verduin

    Lodewijk Verduin (1994) studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Hij schrijft over literatuur en is redacteur van Tirade.

  • Foto van Jan Lodewijckx
    Jan Lodewijckx

    Jan Lodewijckx (1990) had het wel even gehad op kantoor. Hij kocht een zware fiets en een kleine tent en zegde zijn werk op en zijn appartement.