Dit nummer van Tirade opent met een blik naar het verleden. Redacteur Marko van der Wal bekeek ons eerste decennium, de jaargangen 1957-1967, en schreef over de plek die beeld toen innam – zoals nu de illustraties van Roos Pollmann als een slinger door het nummer hangen. In dit feestjaar, Tirade bestaat zestig jaar, zullen we elk nummer een ander decennium uit onze geschiedenis belichten, om zo zes essays aan elkaar te rijgen tot een eerbetoon aan zestig jaar Tirade. Maar we hangen ook nieuwe slingers op. Bijvoorbeeld in de vorm van gedichten, met gloednieuw werk van Peter Swanborn, Willem Thies, Anne van den Dool en Thomas Möhlmann, die ons een blik gunt in zijn kersverse bundel Ik was een hond. Roos van Rijswijk vertaalde Diecisiete van Maria Maniaci. Meer verhalen zijn er van Lotte Lentes, Roos Vlogman, Anneke van Wolfswinkel en Liedewij Vogelzang. Inge Aksoycan-de Bever publiceert in Tirade een hoofdstuk uit haar te verschijnen roman over de tweede cultuur die ze cadeau kreeg toen ze met een Turkse man trouwde. De tirade is dit keer van Martijn Neggers, chroniqueur van het eenvoudige leven, die een scène schetst uit zijn stamkroeg café Weemoed, waar de naam en de sfeer hand in hand gaan. Met deze guirlande van diversiteit openen we ons jubileumjaar. Opdat er nog veel mooie slingers bij moge komen te hangen.
Nr. 466, 2017 |
Lees de Tirade Blog

Uitje
Drie jaar werk ik nu in Café De Druif; twee personeelsuitjes gingen aan mijn neus voorbij omdat die steeds in schoolvakanties vielen. De gemiddelde leeftijd van het personeel is zesentwintig – niemand heeft kinderen of schoolvakanties. Voor ik bij de Druif begon had ik geen kloof verwacht tussen mezelf als vijftiger en jongere collega’s. Misschien...
Lees verder
Veertien
Bijna elk jaar is onze jongen jarig in de herfstvakantie. We zijn dan in Normandië, in een huis met een haard in de woonkamer en grasland voor de deur waar bonkige paardjes grazen. We wandelen er veel, ik koop voorraad op de markten en kook voor onze familie. Een man of tien, met kinderen en...
Lees verder
Met de fiets naar de trein
Ik haastte me met flinke wind tegen naar het station. Terwijl ik zwoegend op de pedalen stond schoot me de titel van een gedicht van Obe Postma (1868-1963) te binnen: ‘Mei de auto nei de trein’ (Met de auto naar de trein), dat hij in 1927 publiceerde. De opeenvolging van de twee vervoersmiddelen, en vooral...
Lees verder
Blog archief



























