Wat we als menselijke tederheid definiëren zit ieder van ons op een andere manier dwars


Ada Limón | Vijftien verenballen 9

Naar: Ada Limón | Fifteen balls of feathers

9.

De Azteken geloofden dat de vader
            van Huitzilopochtli een bal van veren was.

Dit is waar: een verenbal kwam uit de lucht gevlogen en maakte zijn moeder,
            Coatlicue, zwanger.

Hij werd een zonnegod. Een trotse god van oorlog. Mesvechter van obsidiaan.
            Zijn broers en zussen: de maan en de sterren.

Er was eens een bal van veren…

Misschien is dat hoe alle liefde komt,
            onverwacht en op een stoot van gemetamorfoseerde lucht.

Wat we als menselijke tederheid definiëren zit ieder van ons
            op een andere manier dwars.

Legendes spartelen wat na en wij gaan door ons aan te bieden
            aan de gewoontes van iedere dag.

Hier is mijn offer: mijn zangvogel in de handpalm van een vreemde.

 

Volgens Hannah Arendt is dat wat de mens bij uitstek tot mens maakt het vermogen om steeds opnieuw te kunnen beginnen. Zelfs wanneer we door een totalitair regime zoals dat van het nationaalsocialisme met de grond gelijk zijn gemaakt, kunnen we volgens haar onze restanten bijeenrapen en ze een andere ingeslagen weg op dragen. Door te beginnen met handelen, worden we opnieuw geboren en omdat de mens in staat is tot spontaan handelen, mogen we van mensen het onverwachte verwachten. Misschien is dat hoe alle liefde komt, onverwacht en op een stoot van gemetamorfoseerde lucht.

Maar waar Hannah Arendt hiermee de pluraliteit onder mensen grondt in het onvoorspelbare dus verschillend handelen van individuen, denk ik dat Limóns ‘wat we als menselijke tederheid definiëren, zit ieder van ons op een andere manier dwars’ misschien wel een nog definitiever verschil maakt. Hier zijn wij het niet die onszelf onderscheiden door actief te handelen, maar wordt er onderscheid gemaakt tussen ons op basis van hoe we behandeld zijn. Ik durf geen vergelijking met totalitaire regimes te maken.

Ondertussen spartelen de legendes van Huitzilopochtli wat na en gaan wij door ons aan te bieden aan de gewoontes van iedere dag. Dit is waar: we beginnen iedere dag opnieuw – met hetzelfde.

In de Oorshop

Als je wist

Naar: If you knew – Ellen Bass

Wat als je wist dat je de laatste zou zijn
die iemand aanraakte?
Als je in het theater kaartjes controleerde,
bijvoorbeeld, ze afscheurde, zou je misschien,
terwijl je de gehavende stukjes teruggaf
voorzichtig een handpalm raken,
je vingertoppen rakelings langs de plooi
van een levenslijn strijken.

Wanneer een man zijn rolkoffer
te langzaam door de vertrekhal rijdt, wanneer
de auto voor me geen richting aangeeft,
wanneer de winkelbediende in de apotheek
geen Dankuwel wil zeggen, vergeet ik
dat ze allemaal dood zullen gaan.

Een vriendin vertelde me over een afspraak met haar tante.
Ze hadden net geluncht en de ober, een jonge
vrolijke man met rozijnzwarte ogen,
maakte grappen terwijl hij de koffie serveerde,
kuste haar tantes gepoederde wang
bij vertrek. Ze wandelden twee straten
en haar tante viel dood op de stoep.

Hoe na moet het schuim van de draak
ons komen? Hoe ver moet de scheur
in de hemel opensplijten?
Hoe zouden mensen eruitzien
als we ze zagen zoals ze zijn, doordrenkt
met honing, gestoken en gezwollen,
roekeloos, tegen de tijd genageld?


 —

Ik hou van dit gedicht, omdat het mijn gedicht had kunnen zijn – mijn handpalm, mijn vingertoppen, mijn tante, mijn gekuste wang – als het dat alleen maar geprobeerd had te zijn. Zie je, wij hadden allemaal de uitvinders van de bijbel of van de telescoop kunnen zijn, van zelfs nog grotere dingen misschien, omdat onze ideeën al bestonden voordat we geboren waren, en zullen blijven bestaan na onze dood. Ik weet niet zeker of dit waar is, maar wel dat ons geluk/ongeluk ligt in de tijdspanne van jaren waarin het ons toegestaan is te leven en hun positie in de geschiedenis, en dat dit de reden is dat, jammergenoeg, de meesten van ons lijden aan dat klassieke ‘verkeerde plaats, verkeerde tijd’ (syndroom). De wereldzeeën worden niet vandaag de dag door ons veroverd, omdat je Amerika niet kunt ontdekken als Amerika al het gemak van 24/7 Drive-In Hamburger Paleizen en Borstmelk Die Niet Van Borsten Komt Maar Van Voorverpakt Wit Poeder En Een 1 op 6 Mengverhouding heeft ontdekt. Dit is positief nieuws, maar tegelijkertijd zijn we zo verloren, want gedurende al deze jaren van ongelofelijke ontdekkingen, hebben we de omvang van onze eigen geest ontkend en beperkt: we zullen altijd, meer dan met al het andere in de wereld, bezig zijn met bedekkingen – bedenkingen. Hoe na moet het schuim van de draak ons komen?


Blijf op de hoogte, ontvang onze nieuwsbrief.

Weet je dat je niemand van de dood kunt redden?


Ik denk dat dit het tentamen is dat Tom Wayman de studenten uit het vorige gedicht zou hebben voorgelegd.


Please Answer All Three Of The Following Essay Questions 
– Jennifer Michael Hecht

I
Wat zou het kosten om je te laten zijn
wat je werkelijk wil zijn en waarom is er niemand
die wil meewerken aan de ideeën die je hebt
over jezelf, terwijl het erg makkelijk zou zijn
om eindelijk te erkennen dat jij de duivelse heerser
van deze eilandwereld bent en dat alles wat we hier eten
zure haring is dat we oogsten van vijgenbomen
tijdens de overvloedige zomer en weckflessen
vullen voor de magere maanden
van kou? Voelen deze mannen en vrouwen,
jouw subjecten, meer angst voor je dan liefde?
En waar zijn ze dan bang voor? Gebruik logisch
bewijsmateriaal; toon je werk.

II
Als iemand zou willen dat je
hem sloeg, hard, zou het beter zijn voor hem
te zeggen dat je vader er niet van hield om je
te horen zingen, of te zeggen dat je moeder met opzet
in haar vinger prikte en in de koolsla bloedde, die ze
ieder jaar meebracht naar picknicks van de natuurkundeafdeling
omdat ze er, ondanks haar lach en gala rangschikking
helemaal geen zin in had, niet in je vader,
niet in jou, noch in de logica van tijd en ruimte
en er zodoende voor zorgde dat men haar smart
met de kool naar binnen dronk? Leg je antwoord uit.
Weet je dat je niemand van de dood kunt redden?

III
Waarom verspil je zoveel tijd met nadenken
over de juxtapositie van de waargenomen eindeloosheid
van een moment en het microverloop van een jaar?
Er is overduidelijk niets wat je hier aan kunt doen en toch,
overvallen door liefde voor je vrienden en familie
ren je noch constant naar ze toe en huilt voor hen,
kust hun afgedankte hardloopschoenen als een mindere apostel,
noch weiger je de vraag “hoe gaat het” ooit ook nog maar eens
te beantwoorden, terwijl je er zeker van bent dat je niet weet wat hij betekent?
Je moet zo onderhand toch wel inzien dat
rationele waarheid ondraaglijk is en onmogelijk na te leven
en dat al het mogelijke en draaglijke noodzakelijkerwijs
een logische rotzooi is die leugens belichaamt evenals
contradictoire waarheden. En toch ga je maar door met telefoontjes
plegen, gordijnen ophangen, de overhellende zon vlak voor zonsondergang
je gedachten laten verdrijven,
de snelweg berijden, de hal schoon vegen,
en je kijkt TV, nietwaar, en gaat naar de bank, eet
ijsjes, belt de jongen van de kabelmaatschappij, waarom doe je het
als je je zo zeer bewust bent van de onmogelijkheid
van je doelen gegeven de onvermurwbare
weerstand van de stof? Probeer
zo volledig mogelijk antwoord te geven; tijd is om.

Heb ik iets gemist?

Naar: Tom Wayman – Did I miss anything?


Heb ik iets gemist?

VRAGEN DIE STUDENTEN VAAK STELLEN
NA HET MISSEN VAN EEN LES

Niets. Toen we beseften dat jij er niet was
zaten we twee uur lang met onze handen op tafel
gevouwen in stilte

    Alles. Ik gaf een toets die
    voor veertig procent meetelde
    en gaf wat leeswerk op voor vandaag
    waarover ik zometeen een tentamen geef
    van vijftig procent

Niets. Niets van de inhoud van dit vak
heeft waarde of betekenis
Neem zoveel dagen vrij als je wil:
ik verzeker je dat alle activiteiten die we ondernemen
als klas belangrijk zullen zijn voor jou noch mij
en dat ze geen doel dienen

   Alles. Een paar minuten na aanvang van de vorige les
   daalde er plots een lichtbundel neer en een engel
   of ander hemels wezen verscheen
   en toonde ons wat iedere vrouw of man moet doen
   om goddelijke wijsheid te bereiken in dit leven en
   het hiernamaals
   Dit is de laatste keer dat de klas samenkomt
   voordat we uiteengaan om het goede nieuws over de gehele aarde
   te verspreiden

Niets. Hoe kan iets er toe doen
wanneer jij er niet bent?

   Alles. In dit klaslokaal is een microkosmos
   aan menselijke ervaring gevangen
   voor jou bijeengebracht om te bevragen en onderzoeken en overdenken
   Dit is niet de enige plaats waar zo’n mogelijkheid
   is gecreëerd

maar het was een plaats

En jij was er niet


Ook ik schiet steevast in de stress wanneer ik een les niet heb bijgewoond. Niet omdat ik bang ben iets gemist te hebben, maar omdat ik me altijd afvraag of ik een smoes voor mijn afwezigheid moet verzinnen en zo ja, hoeveel huisdieren je in één smoes mag laten sterven. Dit zijn vragen die er toe doen, en vragen als deze kunnen mij soms best een dag lang van het studeren houden. Wanneer ik daarentegen wel een geldige reden voor mijn afwezigheid heb, doe ik er alles aan om de gemiste stof zo snel mogelijk in te halen. Zo stond ik toen ik in de brugklas zat de ochtend na de begrafenis van mijn oma om zes uur op om te leren voor het proefwerk van techniek later die dag. Ik was doorgaans de eerste om te roepen dat dit vak enkel bestond uit het figuurzagen van pollepels en het in- en uitdraaien van gloeilampen – niets van de inhoud van dit vak had waarde of betekenis – maar toch zat ik een ochtendlang ijverig geschematiseerde LED lampjes in te kleuren.

Wanneer je ziek in bed ligt hoef je over je aan- of afwezigheid echter niet na te denken. Wie echt ziek is, hoeft geen les bij te wonen om mee te maken hoe een in licht gehulde engel de geheimen van de wereld blootlegt. Zelf heb ik in ieder geval wel eens indrukwekkendere dingen bij elkaar geijld. Wanneer je ziek bent, ben je aan- noch afwezig. Je bestaat nog, maar je hoeft je niet aan de buitenwereld te tonen. De buitenwereld toont zich zo nu en dan hoogstens aan jou in de vorm van een glaasje sap of een omgespoelde emmer. De laatste keer dat ik met hoge koorts in bed lag, dacht ik dat mijn lichaam uit zwarte vlekken bestond en dat alle objecten om mij heen bij aanraking mijn binnenste in gezogen zouden worden, waar ik ze vervolgens voor altijd warm zou houden. Mijn bed is niet de enige plaats waar zo’n mogelijkheid is gecreëerd, maar het was een plaats – en jij was er niet.

Mam, ik voel me goed

Naar: Liz Rosenberg – Poems of delight

Gedichten van genoegen

1.
Mijn vriend signeert per ongeluk met zijn naam
Henry
Henry
en schrijft, Als een vriend
wil ik je vasthouden.
Henry     Henry   we willen allemaal vastgehouden worden.

2.
Op weg naar huis van zomerkamp dit jaar
bracht ik mee; chocoladekoekjes,
  een opwindbare sprinkhaan;
twee vogels; een veer; een steen; een schelp
en een kleine koperen schildpad om te dragen of te houden.
Wat heb ik gegeven?

3.
Nu neem ik iedere dag drie witte pillen
in plaats van twee.
Eentje in de middag, alleen.
Ik kan doen alsof ik een high tea heb
wanneer ik hem met water doorslik. Iets
begint zich los te maken.

4.
De eerste septemberwind fladderde
door de toppen
van gedroogd gras
en herfst kwam binnengevallen
alsof iemand een deur
had opengegooid.

5.
Vorige week overwoog ik mijn keel door te snijden.
Stelde het me pijnloos en bloedloos voor,
dacht toen aan de rotzooi.
Vandaag verzamel ik de vuile afwas,
mokkend, tevreden
mokkend te zijn.

6.
Mijn man leest voor uit Peter Pan:
een goed boek. Ik zou nooit zo’n boek
kunnen schrijven. Ik zet mijn jaloezie opzij
en kruip onder mijn zoons dekbed
naast hem, luister.
Woorden, woorden, zing ons in slaap.

7.
In de audio-visuele bibliotheek van het centrum
vonden ze twee nieuwe opnames van James Herriot.
En ik kan ze allebei lenen.
Dit betekent dat ik er vijf heb – één meer
dan ik mag hebben, en iedereen weet het.
De bibliothecaris glimlacht en zwaait terwijl ik de deur uit ren.

8.
Mijn moeders oude gouden horloge,
opnieuw gerepareerd, cirkelt
om mijn pols, glijdt losjes om
en om; en aan de andere pols
gooit een armbandje met kleine groene glaskralen
regenbogen over het stuur!

9.
Ik kan naar de film gaan vanavond.
Ik kan Raisinets eten,
en misschien word ik niet gek van de chocolade
en als ik geluk heb
vind ik iets om over te lachen in de film,
of iets goeds om over te huilen.

10.
Ik ben zo depressief dat al mijn kleren passen, ik zie er
       in alles goed uit.
Vooral in zwart.
Misschien dat mijn moeder me ziet terwijl ik nog dun ben,
maar niet te bleek. Je ziet er goed uit, zal ze zeggen,
en ik zal zeggen Mam, ik voel me goed. 


Het is helemaal niet moeilijk jezelf voor de gek te houden: dingen beter laten lijken dan ze zijn heeft bovendien een belangrijke functie. Wanneer we zo overtuigend zijn dat we onszelf beginnen te geloven, hebben we weer reden onszelf van waarde te achten. Overtuigingskracht lijkt mij in ieder geval een bewonderenswaardige eigenschap. Vaak is het echter helemaal niet nodig om er van overtuigd te zijn dat we iets gaan doen. De mogelijkheid om naar de film te gaan, Raisinets (door Nestlé geproduceerd chocoladefruit met een irritante website) te eten, schept uit zichzelf al een soort van voldoening. Ik kook vanavond weliswaar geen fantastische maaltijd voor mezelf, maar ik zou het wel kunnen.

Wanneer ik in eindeloze metaforen de uiteindes van mijn gedachten aan elkaar knoop, is ook dit een vorm van overtuigen. Uit twijfel komen vaak hele mooie woorden voort – zie bijvoorbeeld bovenstaand gedicht. Een vriendin van mij zei eens dat schatten niet voor niets vaak in scheepswrakken liggen – een gedachte die ik in mezelf maar wat graag herhaal op dagen waarop mijn gezicht weer eens de vorm van door Nestlé geproduceerd chocoladefruit aanneemt. Helaas werkt dit gegeven ook andersom: de moeder van Liz Rosenberg kan zeggen dat Liz er goed uitziet, maar Liz’ ‘Mam, ik voel me goed,’ is een leugen. Gelukkig is het ook mogelijk om depressieve gevoelens mooi te verwoorden, waarna je je op het geschreven gedicht kunt richten. Wanneer dit niet lukt, vind je misschien iets om over te lachen in de film, of iets goeds om over te huilen. Daar ben ik van overtuigd.


We hebben er dagenlang om gelachen

Ada Limón | Vijftien verenballen 7, 8
(Naar: Ada Limón | Fifteen balls of feathers)

7.

De laatste persoon met wie mijn vriendin seks had voor ze doodging
was één of andere onweerstaanbare vreemde in Las Vegas.

We hebben er dagenlang om gelachen
         totdat we niet langer konden en haar onzichtbare vogel in tweeën brak.

Mijn hart is nog heel
            hoewel er een zwaartekracht huist
            die me aan het aas van inzinking bindt.

Mijn onzichtbare vogels zijn nog intact,
            ik kan mezelf open maken en ze je tonen,
            hoe ze zich diep hebben geworteld
            in een aanwezig nest van uitgesteld gezang.

 
8.

Bij de rivier de Rijn keken we naar vuurwerk en hielden elkaar stevig vast
                        met onze eigen luchtexplosieven.

Ik was klaar om oud te zijn.

De man van de rivierjacht zei me rustig aan te doen.
            Zijn brede schouders navigeerden het heden.

Zijn tong leek te groot voor zijn mond,
            zijn tanden waren klein als vissentanden.

Ik was nog te jong voor de kapiteinskamer,
            maar ik eiste een vrouwenafgang,
            een loopplank voor het goede in mij.

Ik gooide mijn geluksmunt over de rand
            die snel, als weghaastend licht,
            onder de golven verdween.

Dat was vijftien jaar geleden.
                        Ik wacht hier nog steeds op het stoppen van de rivier—
                        sta op de waterige uitbreiding van tijd.


De laatste keer dat ik één of andere onweerstaanbare vreemde was, dacht ik dat ik klaar was om oud te zijn. Ik hield mijn geluksmunt krampachtig bij me, die snel, als weghaastend licht, in mijn broekzak uitdoofde. Wanneer zulke dingen gebeuren, ben ik een avondlang aan het aas van inzinking gebonden: soms trekt iemand de dobber omhoog in de hoop dat ik beet ben, maar ik voel mij een vette snoek, en ik denk dat ik wegzwem.

Wanneer we vervolgens thuiskomen, is het nog niet ochtend genoeg. Mijn onzichtbare vogels zijn nog in tact, maar ik wil ze openmaken en hun ingewanden tonen, hoe ze zich diep hebben geworteld in een nest van een aanwezige vreemde die denkt dat ze klaar is om oud te zijn. Wie oud is, heeft geen geluksmunt nodig. We openen het donker met de deur en niets in de kamer is van ons. Met een infrarode camera bekeken zou het rood van ons warme lichaam het gemiddelde zwart van het koude donker niet kunnen beïnvloeden. Maar ook de kleur zwart wordt nooit helder bij binnenkomst.

Op momenten al deze kunnen we hoogstens op de grond neerzijgen en met onze adem een lepel soep warmblazen, hoogstens de geur veranderen en de rangschikking van de meubels, dode dingen.

Meer blogs

  • Afbeelding bij DE MENS ALS BIOPIC 10 Soekarno

    DE MENS ALS BIOPIC 10 Soekarno

    Jochies waren we, op een lagere school in Amsterdam Noord. Nu staan we op een filmset achter het Tropenmuseum. Hans Hylkema regisseert er de televisiefilm Soekarno Blues. Ik schreef samen met hem het scenario en mag hier even figureren als particulier secretaris van koningin Juliana. Vanuit het Oosterpark zwaait de president van Indonesië naar ons....
    Lees verder
  • Afbeelding bij Dit feestje

    Dit feestje

    Na haar repetitie bij Orkater at vriendin M met mijn gezin mee. Sommige mensen kunnen na een hectische dag in je huishouden binnenkomen en daar iets lichts toevoegen, aandacht brengen in plaats van vragen. Vriendin M is zo iemand. Ik had saoto gemaakt op verzoek van de kinderen; we aten en daarna vroeg M of...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Tafel voor twee

    Tafel voor twee

    Omdat ik in mijn eentje in Parijs was en tussen het werk door ook moest eten, besloot ik naar restaurants te gaan die me door een kennis waren aangeraden. In de toeristische steden moet je op tijd zijn; wacht je te lang dan worden die fijne zaakjes erg druk of erg duur of allebei. Reserveren...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Senna Felius
    Senna Felius

    Senna Felius (1997) is dichter. Ze studeert filosofie en Arabisch en woont in Egypte. Haar poëziedebuut staat in Tirade 487.

  • Foto van Nicole Montagne
    Nicole Montagne

    Nicole Montagne studeerde Vrije Grafiek aan de kunstacademie in Utrecht en Cultuurwetenschappen aan de Open Universiteit. Zij debuteerde in 2005 met de essay- en verhalenbundel De neef van Delvaux. Onlangs verscheen bij Wereldbibliotheek haar nieuwste essay- en verhalenbundel: De verzuimcoördinator.

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.