Historisch
  • Omslag Tirade nr. 413
    Nr. 413, 2006
  • Omslag Tirade nr. 119
    Nr. 119, 1966
  • Omslag Tirade nr. 38
    Nr. 38, 1960
  • Omslag Tirade nr. 313
    Nr. 313, 1987
  • Omslag Tirade nr. 65
    Nr. 65, 1962
  • Omslag Tirade nr. 71
    Nr. 71, 1962
  • Omslag Tirade nr. 387
    Nr. 387, 2000
  • Omslag Tirade nr. 296
    Nr. 296, 1985
  • Omslag Tirade nr. 162
    Nr. 162, 1970
  • Omslag Tirade nr. 346
    Nr. 346, 1993
  • Omslag Tirade nr. 417
    Nr. 417, 2007
  • Omslag Tirade nr. 305
    Nr. 305, 1986
  • Omslag Tirade nr. 334
    Nr. 334, 1991
  • Omslag Tirade nr. 64
    Nr. 64, 1962
  • Omslag Tirade nr. 491
    Nr. 491, 2023
  • Omslag Tirade nr. 6
    Nr. 6, 1957
  • Omslag Tirade nr. 477
    Nr. 477, 2019
  • Omslag Tirade nr. 310
    Nr. 310, 1987
  • Omslag Tirade nr. 325
    Nr. 325, 1989
  • Omslag Tirade nr. 320
    Nr. 320, 1989
  • Omslag Tirade nr. 303
    Nr. 303, 1986
  • Omslag Tirade nr. 458
    Nr. 458, 2015
  • Omslag Tirade nr. 3
    Nr. 3, 1957
  • Omslag Tirade nr. 375
    Nr. 375, 1998
  • Omslag Tirade nr. 482
    Nr. 482, 2020

Lees de Tirade Blog

  • Afbeelding bij Uitje

    Uitje

    Drie jaar werk ik nu in Café De Druif; twee personeelsuitjes gingen aan mijn neus voorbij omdat die steeds in schoolvakanties vielen. De gemiddelde leeftijd van het personeel is zesentwintig – niemand heeft kinderen of schoolvakanties. Voor ik bij de Druif begon had ik geen kloof verwacht tussen mezelf als vijftiger en jongere collega’s. Misschien...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Veertien

    Veertien

    Bijna elk jaar is onze jongen jarig in de herfstvakantie. We zijn dan in Normandië, in een huis met een haard in de woonkamer en grasland voor de deur waar bonkige paardjes grazen. We wandelen er veel, ik koop voorraad op de markten en kook voor onze familie. Een man of tien, met kinderen en...
    Lees verder
  • Afbeelding bij Met de fiets naar de trein

    Met de fiets naar de trein

    Ik haastte me met flinke wind tegen naar het station. Terwijl ik zwoegend op de pedalen stond schoot me de titel van een gedicht van Obe Postma (1868-1963) te binnen: ‘Mei de auto nei de trein’ (Met de auto naar de trein), dat hij in 1927 publiceerde. De opeenvolging van de twee vervoersmiddelen, en vooral...
    Lees verder
Tirade bloggers
  • Foto van Bibi Roos
    Bibi Roos

    Bibi Roos studeert in 2025 af van de opleiding Writing for Performance aan de HKU en is de eerste in de reeks Tiradeblogs van afstudeerders. Ze schreef een scriptie over schaamte en humor en maakt daarnaast als Funny Bergman de explosieve solo ‘Ik ben Funny’, waarmee ze deze zomer op de Parade staat. Ze maakt het liefst werk over Bijzonder Vreemde Personen en Dingen en is entertainer, winnaar en performer in vele opzichten.
    (portret: Lin Woldendorp)

  • Foto van Julien Ignacio
    Julien Ignacio

    De Nederlands-Arubaanse schrijver Julien Ignacio (1969) studeerde af als literatuurwetenschapper. Hij publiceerde theaterteksten, blogs en korte verhalen. In 2008 ontving hij de El Hizjraliteratuurprijs voor zijn toneelstuk Hotel Atlantis. Hij was redacteur van literair tijdschrift Tirade en is bestuurslid van de Werkgroep Caraïbische Letteren. In 2018 verscheen zijn debuutroman Kus (nominatie Bronzen Uil). Met collega-schrijvers Michiel van Kempen en Raoul de Jong stelde hij Dat wij zongen samen, een bloemlezing Caraïbische literatuur die in 2022 uitkwam bij uitgeverij Das Mag. In september 2023 verscheen zijn tweede roman Goudjakhals, een kralenketting van historische en futuristische migrantenverhalen, die zich afspelen in onder meer Amsterdam en Aruba, Beiroet en Lesbos.

  • Foto van Gilles van der Loo
    Gilles van der Loo

    Gilles van der Loo (Breda, 1973) is schrijver en schrijfdocent. Tussen 2011 en 2015 was hij redacteur van Tirade. Bij Van Oorschot publiceerde hij de verhalenbundel Hier sneeuwt het nooit en de romans Het laatste kind, Het jasje van Luis Martín, Dorp en  Café Dorian. Meest recent verscheen Mens blijven aan het front bij Hollands Diep, dat hij samen met zijn Oekraïense vriend Andrii Kobaliia schreef.