- Robert Anker
- Taal uit taal in
- H.H. ter Balkt Laaglandse hymnen
- Maar waar zijn de wagens
- Benno Barnard
- J. Bernlef Kattebelletje
- Oude griffels beschreven leien
- T. van Deel
- Elisabeth Eybers
- Eva Gerlach
- Elma van Haren
- Judith Herzberg
- Marieke Jonkman Twee echtparen
- Rutger Kopland
- Gerrit Kouwenaar
- Jan Kuijper De tombe van Hendrik de Vries
- ik ik mijn
- Ed Leeflang
- De grijsaard en de jongeling
- Tomas Lieske
- Langzaam een gruwel
- K. Michel Dichter 16 ziet 32
- Tonnus Oosterhoff
- Het Verhaal van Menschenhart
- Willem Jan Otten
- Over ontvankelijkheid
- Willem van Toorn
- Een dik schrift
- Hans R. Vlek
- Leo Vroman
- Ad Zuiderent
- [Vier tekeningen]
- Gerrit Krol Meesters over de rijd (3)
[p. 41]
altijd die blik nog, tot het laatst,
maar laat het, laat het desnoods
bestaan, ook al is het er niet.
Zoals iemand naar een rivier kijkt,
alsof ik water ben, oevers, riet.
Goed, laat ik dan desnoods iets zijn,
ook al ben ik dat niet, gebleven in
een tijd, een plek, die niet bestonden.
Altijd die rivier nog, die blik, waarin
iedere stap, iedere beweging de laatste.
[p. 42]
Voordat je er niet meer bent, je vertelt nog
verhalen, maar ze zijn zo stil als een ruïne.
Voor er geen woorden meer zijn die dit kunnen
zeggen: deze balken droegen een dak, deze zwarte
vlammen waren een vuur, deze gaten een toegang
en vensters op een tuin, op een weide, een akker,
deze stenen waren een muur, deze plek was een huis.
Je dwaalt nog door je verhalen: al bijna alleen
nog onder een eeuwige hemel, het is al zo koud,
het waait er al door je kleren, wilde frambozen
en druiven komen je halen, je ruikt de aarde waarin.
Er zijn nog woorden, maar zij gaan over iets voordat
ook dat er niet meer is, zij gaan zoals de tijd, niet
voorbij, niet terug, maar zoals een ruïne plaats maakt.
Lees de Tirade Blog
Nog niet voorbij te zijn
We waren vroeg opgestaan, Ada (8) en ik. Vandaag zou ze gaan logeren op de Parade in Utrecht. Ada’s nichtje woont daar in een pipowagen op de personeelscamping. Als Ada op bezoek gaat dan krijgen de kinderen passen met Paradekind erop en mogen ze eindeloos in de zweefmolen, onbeperkt dierenpannenkoeken, snoep van de snoepmeisjes en...
Lees verderEen levend werken
Een psycholoog bij wie ik liep vroeg eens hoeveel uur ik per week werkte. Ik had in die tijd een bedrijfje naast mijn schrijverschap, kluste ook nog bij als kok. ‘Een uur of vijfendertig,’ zei ik, en begon te vertellen waar mijn werkweek uit bestond. Toen ik klaar was met mijn opsomming vroeg ze hoeveel...
Lees verderTerug
Na drie dagen rijden kwamen we aan in Cilento, waar de hitte middagslaapjes afdwong in ons huisje op de steile heuvel aan zee. Er waren geen buitenlandse toeristen in San Marco di Castellabate. Hoewel mijn Italiaans beter was, stonden de jongens die een kiosk aan de kade beheerden er steeds op Engels met me te...
Lees verder
Blog archief