[p. 72]
Hans R. Vlek
Voor Santa Lucía
…Wahnfried’s wet…
Licht voltrekt zich niet voor camera’s
of microfonen: licht moet in stilte wonen,
aan de noense gevel van ‘n Andalusisch huis,
in ‘n tube loodwit tussen Veronese’s kleuren –
Licht is ‘n stormsmaak en anoniem kruis,
drinkt ‘t eenzaam en ga er niet mee leuren –
Je kan ‘t kleden in ‘t sap van oude noten
of pasta van gemalen krijt en bloedtincturen,
maar kan ‘t niet kwijt aan gillende radioten
of hen die altijd naar hun kijkdoos turen –
Licht voltrekt zich niet voor camera’s
of microfonen: ‘t moet in stilte wonen,
bebroed door ‘t bronzen aura van de tijd,
om als veracht kristal de diamant te honen
waarmee Venus woedend ‘r spiegeltje splijt –
Licht, ach lieve Lucía, we bidden en zweten
wat af, met Newton en Einstein in goed geweten
verenigd tot drinker van vibraties in fotonen,
isotopen in helium en pijn, maar weet: ‘t moet
in stilte wonen, als ‘n romeins glas zonder wijn,
of aan de noense gevel van ‘n Andalusisch huis,
in ‘n tube loodwit tussen Veronese’s kleuren.
‘t Is ‘n stormsmaak en ‘n anoniem kruis:
drink ‘t eenzaam, ga er niet mee leuren –
[p. 73]
Rondeel voor John C.
Ach Gabriël, Dzjibril, geef ze ons terug,
die heldensolo’s zonder £ove,
met Elvin op drums, Jim op z’n bas en
McCoy op klavier, by Jah & by Jove –
Geef ze ons terug, verscheur die pop
van namaakkevertjes en -stenen, dat drogbeeld
van swing zonder sjofar, stop
pekblende in die oren vol engelenhaar –
John is met de sax op z’n lip gestorven,
Mozes’ riet tussen massaïsche lippen –
Maar duizend doden denken: met de sex,
de sex, de sex, én maar lekker wippen –
Nee Dzjibril, met de sax, van Adolphe zélf beorven –
[p. 74]
De meisjes van Porq
Vergeef ze, de modellen van Porq met hun kontjes
van broderige billen en hun pruimpjes vol haar,
met hun volle borstjes waarop de tepelrondjes
‘t inferno vormen van de arme weduwnaar –
Ach, de meisjes van Porq, ze hebben Uwe penis graag
van voren en van achteren, ze haten Uwe pen.
Ze komen van Zodom zelve, ‘t Zodom van vandaag
en morgen, Daguerre’s pittoreske kippenren.
Oh, de kiekjens van Porq, goed voor de open haard
vol knetterend eiken en ‘n dollar of twee.
Hun glanzende centerfolds mogen gespaard
door ‘n Rénoir of Hendrickloze van Rijn in spé –
Ach, de hoeri’s van Porq, geef ze hun ferm deel.
Voer ze fótograven; oudere graven weten teveel –